Het is morgen een jaar geleden dat mama stierf. Morgen is
het de eerste verjaardag van haar sterfdatum. Het is gek hoe snel dat jaar
voorbij is gegaan, zeker als ik terugdenk aan vorig jaar. Het contrast met deze
zomer kon niet groter zijn, zei mijn zus. Ze heeft groot gelijk. Dit jaar is er
een zomer, kunnen we genieten. We genieten van de zon, van de kindjes, van de
tuin, van lekkere ijsjes, van elkaars gezelschap. Net zoals iedereen eigenlijk,
we genieten van het leven. Het gemis krijgt steeds meer een plaats en het wordt
draaglijker. Maar soms kan je er niet omheen. Er zijn momenten waar de leegte
op je valt. Zonder waarschuwing, zomaar plots. BOEM! Je mama is dood!
Zo zagen die momenten er voor mij uit.
Ik dacht mijn hele zwangerschap dat de geboorte van mijn
zoontje zowel vreugdevol als triest zou zijn. Maar toen hij er eindelijk was,
was het enkel maar vreugdevol. Ik genoot met volle teugen van mijn kleine baby.
Ik dacht wel aan mama. Ik vond het erg dat ze er niet bij kon zijn, dat zij zo
trots zou geweest zijn en dat ze met zoveel plezier ons hele huishouden zou
overgenomen hebben. Maar ik kreeg geen klop van de hamer. Een dag later wel.
Seppe bleek ziek en werd opgenomen op de neonatologie. Daar zat ik dan, nog
volop herstellende van de bevalling, in het ziekenhuisbed. Midden in de nacht
kwamen ze Seppe onderzoeken en aan het voeteinde van mijn bed vertelde de arts
me dat ze hem zouden meenemen. De tranen rolden uit mijn ogen. Ik begreep het
nog niet goed, maar ik begreep wel dat hij niet meer bij mij zou zijn. De dag
erna was mama de enige die ik wou opbellen. Op dat moment wou ik enkel en
alleen mama die bij me kon zijn, me eens vasthouden, er gewoon zijn voor me om
me de steun te geven die ze me altijd al had gegeven. Ik had haar écht nodig en
ze was er niet. Dat maakte het allemaal extra zwaar.
Drie dagen voor mama haar sterfdatum was de trouwdag van An
haar papa met zijn nieuwe vriendin (P.). In het stadhuis werden de bijhorende
feestelijke foto’s gemaakt. Mijn schoonvader, zijn vrouw, schoonbroers- en zus,
An, de kleinkindjes. P. hield ons Seppetje vast. Het was echt een plaatje. Toen
de foto genomen was, dacht de fotograaf nog een foto te maken van P. en Seppe.
Hij maakte daarbij de grote fout het als volgt te benoemen: “Nog een close up
met oma”. En toen viel het erger dan ooit op me. Dit is niet oma! En daarbij
besefte ik zo intens dat Seppe nooit een foto zal hebben met zijn oma, dat hij
zijn oma nooit zal kennen en hoe erg ik dat wel vind. Uit het niets zat ik daar
op de trapjes van het stadhuis te snikken en te wenen als een klein kind.
Vorige week ging Lore logeren bij tante Sofie. Maar wel in
Zuienkerke. Het was een echt zomers tafereel: de drie grootste kleinkinderen in
zwemkleertjes aan het spelen met water, de tuin die bezaaid ligt met fietsen en
ander speelgoed, Lore die zo schattig samenspeelt met haar neefje en nichtje.
Het was zo mooi en tegelijk vond ik het ook erg triest. Dit was een moment dat
voor mama een hoogdag zou geweest zijn: alle kleinkinderen rond haar, zalig
zonnig weer. Dat is pas echt genieten. En toen voelde ik de afwezigheid van
mama des te meer.
Och mama, we missen je zo!