Mijn eerste echte grote bivak met de Chiro is EIN-DE-LIJK begonnen (zo’n zeventien jaar te laat). Jammergenoeg zit daar een tussenpauze in om te gaan werken, maar het voordeel daarvan is dat ik tijd heb om snel wat te bloggen. Want er valt al veel te bloggen, en dat over amper twee dagjes.
Het begon met de treinrit, die iets minder vlot verliep dan gedacht. We namen de trein naar Berchem en stapten daar over naar de trein naar Turnhout, of was het nu Tielen? Dat dachten we toch! We zaten op de verkeerde trein, en de conducteur had al zoveel werk gehad, dat ze pas bij ons was toen we al in Olen waren! Daar stonden we dan. In Olen. Midden in de nacht. Met geen treinen meer. Gelukkig kon Karel(tje) ons komen halen en waren we gered. Wat een avontuur. Het cafeetje in Olen was veruit het lelijkste café dat ik ooit gezien had, en daar bovenop waren het nog eens wetsovertreders ook!
Dag één. We maakten een ferme materiaalhoek, we bouwden aan het decor, we oefenen het kampdansje, we bouwden aan het decor, we waren stout en we bouwden aan het decor. De materiaalhoek is hoe ik ze graag heb: gestructureerd (neuroot!).
Het dansje oefenen vond ik eigenlijk het moeilijkste van heel de dag, want ik kan eigenlijk niet dansen en ik kan al zeker geen pasjes onthouden. Maar het dansje is eigenlijk wel leuk en schattig. Mijn lievelingszinnetje van heel het liedje is: "Je voelt je een wilde indiaan". 't Is maar een weetje hé.
Het leukste was het decor bouwen. Sjorren kan ik niet, hoewel ik dat een klein jaar geleden wel leerde. Maar knutselen, dat kan ik als de beste! Ik bouwde een totempaal, en schilderde die samen met Joke en Yasmine in de mooiste kleuren. En ik ben nog steeds onder de indruk als ik naar de totempaal kijk, maar dat is grotendeels te danken aan de tekentalenten van Joke. Dan sjorden Karel, Koen, An en Yasmine de tipi's, en ik hielp de grote tipi bestoffen en bevloeren. Ja, dat is het ongeveer. Veel valt daar niet over te vertellen, maar het was wel een ferm werkje. Als pauze hielp ik patatjes schillen, en toen dat klaar was, knutselde ik mijn indianenkleedje. Het was eerst een afschuwelijk bruin kleed dat ik kocht in de kringwinkel, maar na er de schaar in te zetten, was het een heel leuk indianenkleedje.
Nacht twee. Iedereen ging VROEG slapen, of toch de leiders die achterbleven. Want de helft van de leiding was die middag vertrokken om thuis te gaan slapen en 's anderendaags vroeg de trein te nemen met de kindjes. Ik wilde niet vroeg slapen, want ik was helemaal niet moe. Ik wilde op avontuur in het bos. En dat deden we. 'We' zijn hier de kokjes en ikzelve. Avontuur in het bos en in de nacht. De dag erna vertelden ze me dat ze nog eens 's nachts op avontuur willen, om nog meer grapjes uit te halen. En mijn plan is om daaraan mee te doen. Dat is het plan! Niet meer en niet minder.
Dag twee. We hadden nog een voormiddagje om de bivakplaats volledig kinderklaar te maken. De tijd begon te dringen, want de Chirowietjes waren ondertussen al op weg richting Kasterlee. Maar wij hadden nog duizend en één dingen te doen. Het decor moest nog afgewerkt worden, en dat was ook deze keer nog een hele berg werk dat we moesten verzetten. De grote tipi had nog maar twee muren, en daar moest nog een derde bijkomen, de tipi kreeg nog een vloer, de kleine tipi's kregen ook hun stof, het kamvuur werd functioneel, de indianenwas werd opgehangen, en de totempaal werd in het indianendorp gezet.
Toen dat allemaal klaar was, snelde ik naar binnen om daar alles op te ruimen en de banken ietwat deftig te zetten, want het was tijd. Er was zelfs geen tijd meer om te eten. We namen een stukje brood en een schelleke hesp mee, en stapten naar de ingang van het domein, door de regen. Gelukkig waren wij daar eerder dan de groep, want we moesten nog vanalles op internet opzoeken. Toen we op de computer aan het kijken waren, moesten we zelfs niet naar buiten kijken om te zien of de Chiro daar was of niet. Je kon er niet omheen. Iedereen heeft het gehoord dat DE CHIRO er was. Na een snelle lunchpauze trokken we met de groep verder naar het paviljoen, maar onderweg werden we opgehouden door Jarne, die zijn rugzak vergeten was aan de ingang. Blijkbaar was hij ook al zijn pet vergeten op de trein. Derde keer is trakteren! Aan dat tempo gaat hij veel mogen trakteren.
Hier eindigt mijn verhaal, voorlopig dan toch. De Chirowietjes traden binnen in ons nederig paviljoentje, en toen was het voor mij tijd om te vertrekken richting Oostende.
TO BE CONTINUED...