Ik werd vrijgezel. Sofie vond het boekje over Sofie in haar bibliotheek. Het was geen droom, het boek bestaat echt en staat nu in mijn kast. Ik ging terug in de Jongerengroep. Ik werd werkloos, maar had er een goeie vriendin bij. Elke keer ik kon, ging ik met mama naar het ziekenhuis toen ze ziek was. Ik kreeg een medaille voor mijn tiende bloedgeverbeurt. Ik perforeerde mijn oren. Ik gaf het weight watchen een kans, maar gaf het watchen snel op en liet enkel weight over. Ik schilderde me te pletter voor het speelplein. Ik zag een oude bekende terug. Ik werd allergisch aan purol en was genoodzaakt labello te smeren. Ik stond in mijn onderbroek op de Burg in Brugge. Ik ging op reis naar Londen en de maan. Ik verloor een discussie. Ik ging uit de Jongerengroep. Ik werd meter van een poes. De poes kreeg speelgoed van mij. Oude bekende terugzien resulteerde in een leuke vriendschap. Ik richtte een Chiro op met mijn vriendinnen. Ik ging opnieuw werken waar ik vorig jaar werkte. Ik maakte veel nieuwe vrienden. Leuke vriendschap met oude bekende resulteerde in verliefdheid. Ik won twee wedstrijden. Ik leerde hoe ik Stout?Moedig! moet zijn. Maar ik ben nog steeds een even grote giecheltrut die ik altijd al was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten