Sinds enkele weken ben ik weer meer in Zuienkerke. In de
school waar ik zelf mijn broeken, rokken en kleedjes versleet als klein hummeltje
ben ik nu zelf juf. Ik word er vaak aangesproken als dochter van. Veel ouders
en grootouders komen naar me toe en leggen de link tussen mijn vader en mij. “Ben
jij de dochter van Gilbert?” hoor ik daar net iets te vaak. Het verveelt me
gewoon zo dat ik daar gezien word als de dochter van Gilbert, terwijl ik
ondertussen toch mijn eigen leven heb en mijn eigen persoon ben. Vandaag werd
ik nog maar eens aangesproken door een oma: “Ben jij de dochter van…” Haar zin
was nog niet af, maar het gevoel van ergernis en verveelde herhaling kwam in me
naar boven. Maar toen hoorde ik “Marleen”. “Ben jij de dochter van Marleen?”
vroeg ze me. Ze zag het aan mijn gezicht, omdat ik zo goed op haar lijk. Mijn
lijf werd gevuld met een warm gevoel van intense trots. Je moet weten dat mijn
mama eigenlijk een hele knappe dame is. Op haar lijken is dus een zeer mooi
compliment.
De oma in kwestie was een oude klasgenoot van mama. Ze zaten
samen in de klas in de Maricolen en zijn dus even oud. Toen ze het nieuws over
mama hoorde, was ze geschrokken. Zo geschrokken was ze, dat ze haar eigen
levensstijl volledig over een andere boeg gooide. Daardoor is ze fitter, energieker
en gezonder en daarvoor is ze mama zo dankbaar. “Geen dag gaat er voorbij dat
ik niet aan haar denk”, zei ze. Dat ze dat zei, heeft me diep geraakt. En op
het moment dat je van jezelf denkt dat je het onder controle hebt als mensen
vragen naar mama, dat je er gewoon op kan antwoorden zonder emotioneel te
worden, slaagt een total stranger er toch in om een traantje uit me los te
weken. Ik denk dat dat nooit zal over gaan.