donderdag 25 november 2010

Sintfobie

Elk jaar opnieuw viert een oude man zijn verjaardag. Alle kinderen mogen meevieren en krijgen geschenkjes en snoepjes omdat een oude man jarig is. Ik hou van de dag van zes december. De sfeer die daar rond hangt, vind ik bijna even leuk als de sfeer van Kerstmis. Ik hou van de nachtelijke bezoekjes van de Sint, van de briefjes die ik kreeg, van de snoepjes die hij bij mijn schoentje legde. Door dag in dag uit met kinderen te werken, kan ik ook nu nog genieten van de komst van de Sint. Het huis wordt verkleed voor de Sint, we maken tekeningen van Sinterklaas, de kindjes zetten hun pantoffel klaar bij het slapengaan, ze verkleden zich in Sinterklaas en Zwarte Piet, we kijken naar ‘Dag Sinterklaas’, de Sint komt ’s nachts snoepjes brengen. Dat is allemaal heel erg fijn.
Maar toch hou ik niet van Sinterklaas, en nog minder van Zwarte Piet. Toen ik een klein meisje was, mocht ik - zoals alle andere kinderen - de verjaardag van de Sint meevieren, en kreeg ik pakjes omdat iemand anders jarig was. De leukste vond ik de geschenkjes die Sint en Piet ’s nachts kwamen brengen, toen ik ver weg in dromenland was. Ik was altijd bang van Sinterklaas en Zwarte Piet. Ik ben dat nog steeds. Maar what the hell, ik zet mijn schoentje toch altijd!

woensdag 3 november 2010

Winteruur

Vroeger, toen ik een klein meisje was, vond ik het winter- en zomeruur enorm vervelend, maar ook een beetje leuk. Ik vond het spannend dat we in een welbepaalde nacht een uur meer of minder konden slapen, en zo hield ik me dan een heel weekend bezig met de gedachte aan dat uur extra of minder. Dat ging meestal zo: “Nu is het zo laat, normaal zou het zo laat zijn”. Dat klinkt voor iedereen wel herkenbaar.
Wat ik er niet leuk aan vond, zal ook voor iedereen herkenbaar klinken. Als kind had ik van het winter- en zomeruur een jetlaggevoel, of zo noem ik het toch. Op die dag was ik altijd van m’n melk en helemaal in de war met de tijd.
Nu ben ik een groot meisje en is dat anders. Ik vind het nog steeds leuk om een uur cadeau te krijgen, zeker als ik die zaterdagnacht veel plannen heb. Dan komt dat heel erg gelegen. Maar nadien heb ik geen jetlaggevoel meer.
Hoe dat komt, kan ik heel eenvoudig uitleggen. Sinds ik een groot meisje ben, is elke dag anders en is ook elke nacht anders. Soms slaap ik van vroeg tot vroeg, soms van laat tot vroeg, soms van vroeg tot laat, en vaak van laat tot laat. In mijn slaappatroon zit geen patroon meer. En daarom is het veranderen van het uur voor mij geen enkel probleem meer. Integendeel zelfs! Het is leuk om een uur erbij te krijgen in een werkvrij weekend. Ik zou dat uur vierentwintig keer opnieuw willen gebruiken, en er telkens iets anders mee doen. Bij alles wat ik de dag daarna doe, speelt de gedachte dat ik dat nu wel kan doen door dat uurtje erbij. En zo heb ik al veel uurtjes gekregen.