woensdag 3 november 2010

Winteruur

Vroeger, toen ik een klein meisje was, vond ik het winter- en zomeruur enorm vervelend, maar ook een beetje leuk. Ik vond het spannend dat we in een welbepaalde nacht een uur meer of minder konden slapen, en zo hield ik me dan een heel weekend bezig met de gedachte aan dat uur extra of minder. Dat ging meestal zo: “Nu is het zo laat, normaal zou het zo laat zijn”. Dat klinkt voor iedereen wel herkenbaar.
Wat ik er niet leuk aan vond, zal ook voor iedereen herkenbaar klinken. Als kind had ik van het winter- en zomeruur een jetlaggevoel, of zo noem ik het toch. Op die dag was ik altijd van m’n melk en helemaal in de war met de tijd.
Nu ben ik een groot meisje en is dat anders. Ik vind het nog steeds leuk om een uur cadeau te krijgen, zeker als ik die zaterdagnacht veel plannen heb. Dan komt dat heel erg gelegen. Maar nadien heb ik geen jetlaggevoel meer.
Hoe dat komt, kan ik heel eenvoudig uitleggen. Sinds ik een groot meisje ben, is elke dag anders en is ook elke nacht anders. Soms slaap ik van vroeg tot vroeg, soms van laat tot vroeg, soms van vroeg tot laat, en vaak van laat tot laat. In mijn slaappatroon zit geen patroon meer. En daarom is het veranderen van het uur voor mij geen enkel probleem meer. Integendeel zelfs! Het is leuk om een uur erbij te krijgen in een werkvrij weekend. Ik zou dat uur vierentwintig keer opnieuw willen gebruiken, en er telkens iets anders mee doen. Bij alles wat ik de dag daarna doe, speelt de gedachte dat ik dat nu wel kan doen door dat uurtje erbij. En zo heb ik al veel uurtjes gekregen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten