De gedachte dat het bijna 9 februari is spookt al enkele weken door m'n hoofd. Ik zie op tegen die dag. De vraag is bijlange niet of dit een baaldag zal worden. De vraag is eerder: blijft het bij een baaldag, of wordt het een baalweek? Want niet enkel 9 februari is een dag met herinneringen. Elke dag in de week die daarop volgt zijn dagen waar ik traumatiserende herinneringen aan heb. Ik voel het nu al. Nu al heb ik het lastig. Een jaar lang zonder mama. Nee, ik heb mijn mama nog. Dus geen jaar zonder mama. Maar dat mama er nog is, is ook mijn enige troost. Ik heb mijn mama nog, maar waarvoor en waarom? Ik kan niet meer bij haar ten rade gaan als ik het lastig heb, of als ik vragen heb, of als ik eens tips wil krijgen als jonge moeder. Mama is er niet meer om mij te troosten als ik het nodig heb. Ze heeft me ook nooit kunnen feliciteren met mijn vast werk waar ik zo lang op heb moeten wachten, waar ik zo hard voor heb moeten vechten en waarover ik zo vaak bij haar een traantje liet omdat het niet lukte. Nu is het wel gelukt en kan zij niet delen in de vreugde. Ze kan ook nooit vragen hoe het gaat op mijn werk. Ik weet zelfs niet of ze wel helemaal goed begrijpt wat ik nu precies doe. Het gevecht om Martha te mogen knuffelen en vasthouden is voorbij. Voordien sleurden we haar letterlijk uit elkaars armen. Maar nu ben ik al blij als Martha eens op de schoot bij haar oma zit of als ze 'omaatje' zegt.
Ik zie dus op tegen 9 februari, de dag waarop mama haar beroerte kreeg en daarmee ons leven op z'n kop stond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten